Nick
Student universiteit - woensdag 10 september 2008
Antwoord
Ik ga er maar even vanuit dat je deze vergelijking wilt oplossen en dat je graag wilt weten hoe dat moet. Misschien kan je de spelregels 's lezen. Dat kan mogelijk teleurstellingen voorkomen. Maar vooruit maar... 't Is herfst.
Los op: 2(60-10p)+25=p(60-10p)
Werk eerst de haakjes weg:
120-20p+25=60p-10p2
Breng alles naar één kant en neem gelijksoortige termen samen:
10p2-80p+145=0
Kijk of je misschien iets kan vereenvoudigen. In dit geval kan je alle termen delen door 5, dus dat zullen we maar 's doen:
2p2-16p+29=0
Je zou nu kunnen proberen of je met ontbinden in factoren de vergelijking kan oplossen. Dat gaat hier niet lukken. Dat kan je wel zien, maar dat is dan weer een heel verhaal, dus maar even niet.
Misschien een mooi moment om de ABC-formule in te zetten. Maar dat staat op 3. ABC formule. Dus dan zou het verder wel moeten lukken denk ik...