\require{AMSmath} Hogeremachtsvergelijking Ik zit vast bij: 6-(2x-1)3=1 Mijn uitwerking tot nu toe is: -(2x-1)3=-5 (2x-1)3=5 2x-1=3Ö5 V 2x-1=-3Ö5 Moet ik nu: x-0,5=0,53Ö5 V x-0,5=0,5·-3Ö5 en dan x=3Ö5 V x=0·-3Ö5=0 Maar dan klopt dat niet want 6-0 is geen 1 Steven Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 30 augustus 2008 Antwoord Hoho... 2x-1=3Ö5 2x=1+3Ö5 x=1/2+1/23Ö5 Bedenk daarbij dat (-3Ö5)3 niet gelijk is aan 5 maar aan -5 dan krijg je dus één antwoord. Helpt dat? WvR zaterdag 30 augustus 2008 Re: Hogeremachtsvergelijking ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
Ik zit vast bij: 6-(2x-1)3=1 Mijn uitwerking tot nu toe is: -(2x-1)3=-5 (2x-1)3=5 2x-1=3Ö5 V 2x-1=-3Ö5 Moet ik nu: x-0,5=0,53Ö5 V x-0,5=0,5·-3Ö5 en dan x=3Ö5 V x=0·-3Ö5=0 Maar dan klopt dat niet want 6-0 is geen 1 Steven Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 30 augustus 2008
Steven Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 30 augustus 2008
Hoho... 2x-1=3Ö5 2x=1+3Ö5 x=1/2+1/23Ö5 Bedenk daarbij dat (-3Ö5)3 niet gelijk is aan 5 maar aan -5 dan krijg je dus één antwoord. Helpt dat? WvR zaterdag 30 augustus 2008
WvR zaterdag 30 augustus 2008
©2001-2024 WisFaq