Om mijn vraag te kunnen stellen zal ik heel het voorbeeld uit mijn cursus moeten geven. Het voorbeeld komt uit het onderdeel oppervlakten berekenen met behulp van integralen.
· Deel van het vlak begrensd door de krommen met poolvergelijking r=2·R·cosa, hoek=0, hoek=p/4
Voor het elementaire oppervlaktedeeltje dS vinden we: dS=1/2·R²·da=1/2·4·R²·cos²a·da
Hieruit berekenen we de oppervlakte S: S=de integraal van hoek=0 tot hoek=p/4 van dS=1/4·R²·(p+2)
Dan staat er geschreven: De poolvergelijking van deze cirkel kan vrij eenvoudig worden omgezet naar een cartesische vergelijking. We vinden (x-R)²+y²=R²
Nu is mijn vraag: hoe gebeurt die omzetting van de poolvergelijking naar de cartesische vergelijking?
Katrie
Student Hoger Onderwijs België - zaterdag 23 augustus 2008
Antwoord
Katrien, Dat gaat zo: wetende dat x=rcosaen x2+y2=r2=2Rrcosa=2Rx ,vinden we dat x2-2Rx+y2=0,zodat (x-R)2+y2=R2.