Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 56116 

Re: Goniometrische vergelijking

ok, de stappen kan ik nu volgen en zelf narekenen op het volgende na. Hoe kom je aan:

Als je goed kijkt kan je dit allemaal samen herschrijven als
x = 5° + k.30° (geheel)
???

DAt kan ik nog niet vinden..

en hoe kan ik uit
x = 5° + k.30°
nu het eind antwoord vinden???



alvast weer super bedankt! en sorry voor de vraag opnieuw..

Lien
Student universiteit België - zondag 20 juli 2008

Antwoord

Als je bij de algemene oplossing B2 30° bijtelt kom je op die van A2, daarna op die van A1, vervolgens op die van B1 en tenslotte weer op die van B2 (met een waarde voor k die eentje groter is dan diegene waarmee je van vertrokken bent, aangezien je na die 4 keer 30° een extra keertje 120° hebt verkregen).

Het eindandwoord IS x = 5° + k.30° met k geheel. Een oneindig aantal oplossingen dus, zoals te verwachten is uit de oneindige periodiciteit van goniometrische functies. Als er een concreet antwoord werd gevraagd, dan was waarschijnlijk ook een interval gegeven waarin die specifieke oplossing moest liggen? Trouwens, als er meerdere concrete oplossingen werden voorgesteld, had je ze gewoon in de vergelijking kunnen stoppen, zonder de vergelijking daadwerkelijk op te lossen zoals hierboven.

cl
zondag 20 juli 2008

 Re: Re: Goniometrische vergelijking 

©2001-2024 WisFaq