A = {a,b,c,d,e} De volgende relatie wordt opgegeven R = {(a,a),(a,c),(c,a),(d,b),(d,c)} Gevraagd wordt naar R o R en naar R¢ o R Als antwoord wordt gegeven: R o R = {(a,c),(a,a),(c,a),(d,a)} R¢ o R = {(a,a),(a,c),(c,a),(c,c),(b,b),(b,c),(c,b)} Hoe komt men aan deze antwoorden?
JGM
Iets anders - zaterdag 5 juli 2008
Antwoord
In R vind je bijvoorbeeld het paar (c,a) hetgeen betekent dat er een koppeling bestaat tussen c en a. Je kunt je het voorstellen als een verbindingspijl die van c naar a loopt. Door nu nogmaals R toe te passen (want dat is toch de betekenis van RoR) zie je dat a op zijn beurt weer gekoppeld is aan a, want het paar (a,a) behoort tot R. Je hebt nu dus de keten c ® a ® a, dus c wordt gekoppeld aan de (tweede) a. Kortom: (a,a) 'zit in' RoR. Idem voor de overige paren.
De tweede vorm zul je verder moeten toelichten, want mij is de gebruikte notatie onbekend. Maar met de eerste uitleg kun je er nu wellicht zelf uitkomen.