\require{AMSmath} Eigenschap exponentiele functie In mijn cursus staat een opsomming van de eigenschappen van de exponentiele functie exp(x) of ex. Een hiervan begrijp ik niet, nl. Voor alle x geldt exp(x) x Voor x = 0 is dit logisch, maar voor x 0 zeggen ze dit: ex - 1 = ex - e0 = x·ec met c element van open interval 0 tot x. = ex x+1 x. Hoe kom je dan aan die c? Vanwaar komt deze? Ik snap de stap van 2 naar 3 helemaal niet. Kan iemand deze uitleggen? Bedankt. Philip Student universiteit België - vrijdag 30 mei 2008 Antwoord Hallo Er wordt hier gebruik gemaakt van de middelwaardestelling in de integraalrekening: òf(x).dx tussen de grenzen a en b = (b-a).f(c) met a c b ex - 1 = ex - e0 = òet.dt tussen de grenzen 0 en x = (x-0).ec met 0 c x Omdat c 0 is ec 1 en dus ex - 1 = x.ec x Dus ex x+1 x LL vrijdag 30 mei 2008 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
In mijn cursus staat een opsomming van de eigenschappen van de exponentiele functie exp(x) of ex. Een hiervan begrijp ik niet, nl. Voor alle x geldt exp(x) x Voor x = 0 is dit logisch, maar voor x 0 zeggen ze dit: ex - 1 = ex - e0 = x·ec met c element van open interval 0 tot x. = ex x+1 x. Hoe kom je dan aan die c? Vanwaar komt deze? Ik snap de stap van 2 naar 3 helemaal niet. Kan iemand deze uitleggen? Bedankt. Philip Student universiteit België - vrijdag 30 mei 2008
Philip Student universiteit België - vrijdag 30 mei 2008
Hallo Er wordt hier gebruik gemaakt van de middelwaardestelling in de integraalrekening: òf(x).dx tussen de grenzen a en b = (b-a).f(c) met a c b ex - 1 = ex - e0 = òet.dt tussen de grenzen 0 en x = (x-0).ec met 0 c x Omdat c 0 is ec 1 en dus ex - 1 = x.ec x Dus ex x+1 x LL vrijdag 30 mei 2008
LL vrijdag 30 mei 2008
©2001-2024 WisFaq