Re: P, Q en R zijn beeldpunten van complexe getallen a, b en c
Ik begrijp er nog niets van: a2 = (x1+x2.i)2 = x12-x22+2x1x2.i en zo ook voor b en c. Hoe kom ik dan aan die voorwaarde die er staat? Moet ik werken met de formule ||P-Q|| = Ö(x1-ix2)2+(y1-iy2)2 maar hoe leg ik het verband met de driehoek ... Ik zie het duidelijk nog niet...
Isis
Student Hoger Onderwijs België - dinsdag 6 mei 2008
Antwoord
Ik ben inderdaad iets te snel geweest met m'n tip, zonder de opgave voor mezelf uit te werken.
De basiseigenschap die je moet toepassen is de volgende: als je het complex getal z vermenigvuldigt met exp(i.a) dan bekom je een complex getal w wiens beeldpunt a radialen (in tegenwijzerzin en om de oorsprong) gedraaid ligt tov het beeldpunt van z.
Laat ik dat even toepassen op je eerste opgave:
Als de driehoek rechthoekig moet zijn in R moet het complexe getal a-c 90° (of pi/2 radialen) gedraaid zijn tov het complexe getal b-c, in om het even welke zin. Dus: