Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 55461 

Re: Derdegraadsvergelijkingen

Dat heb ik dus nu gedaan, ik denk dat ik het begrijp.
Klopt deze uitkomst/uitwerking dan nu?

x3 + 6x = 20
x3 + 6x - 20 = 0
x3 + 6x - 20 = (x-2)(x2+ax+b)
x3 + 6x - 20 = x3 + (a-1)x2 + (b-a)x - b
dus, b - a =6
-b = -20
b = 20
a = 14
x3 + 6x - 20 = (x-2)(x2 + 14x + 20)
D = b2 - 4ac = 142 - 4򈚒0 = 116
x = 2 OF x = -b + D / 2a OF x = -b - D /2a

volgens mij is het nog verkeerd, want er komt niet ale enige uitkomst 2 uit, wat volgens de opgave wel zo zou moeten zijn.

Willem

Willem
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 6 mei 2008

Antwoord

dag Willem,

Nee, je hebt het niet helemaal goed begrepen.
Hoe kom je bij de stap van de derde naar de vierde regel?
Werk de vorm (x-2)(x2+ax+b) eens uit. Daar komt dan toch wat anders uit dan wat jij hebt? Je kunt niet zomaar de hele uitwerking van het voorbeeld overnemen.
Probeer het nog eens, dan zul je zien dat er inderdaad maar een oplossing is.
Succes,

Anneke
woensdag 7 mei 2008

©2001-2024 WisFaq