Hoi, Bedankt! om nog op som 4 terug te komen: f’(x) = 2x·e3x + x2·e3x (2x+x2)·e3x x(2+x)·e3x
zo bereken ik toch de afgeleide goed, met de productregel? Maar ik snap niet helemaal waarom er nog een X voor staat, want er zou X(aX+b)e3x uit moeten komen, maar dan heb je geen x na de a? (2)
dan som 3: I(L)= integraal van a tot b p x2 dy I(L)= integraal van 0 tot 4 p x2 dy y = Öx , dus x2 = y2 I(L)= integraal van 0 tot 4 p y4 dy en verder kom ik niet/ snap ik het niet?
som 1. Wat is nou precies de functie van de D/DX tekens ? afgeleide: 1/(2·sin(x)·cos(x)) Is dit zo voldoende? Of moet er nog meer mee gebeuren, ivm die d/dx?
Groeten.
gerard
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 2 april 2008