Ja Christophe, maar het gaat me eigenlijk om het vraagstuk in vergelijking te brengen. Bij de tweede beurt zijn er 15 vissen gemerkt en niet 5 zoals ik verkeerdelijk aangaf...Hoe kom je aan het cijfer 10125 dan ? Kun je daarin een hint geven . Ik kan het wiskundig niet goed goed omschrijven ... Groeten, Rik
Rik Le
Iets anders - donderdag 10 januari 2008
Antwoord
Een vergelijking gaat hier niet veel helpen hoor vrees ik... Als je x het aantal gemerkte vissen noemt dan geldt x=225, met y het aantal ongemerkte heb je y225-15 dus y210 dus x+y435.
Die 10125 was maar een randopmerking hoor, maar je weet dat er 225 gemerkte vissen zijn, en bij een steekproef (de tweede visvangst) blijkt dat er 15 van de 225 gemerkt zijn. Dus je verwacht dat er in de hele vijver 15/225= 1 op de 15 gemerkt zijn. Die gemerkte vissen zijn 1/15 van het totaal aantal vissen, dus vermits er 225 gemerkt zijn verwacht je dat er 15·225=153 vissen zitten. (die 10125 kwam nog van het eerste gegeven 5 ipv 15)