Stel s=a+cb+1 a en c zijn dan oplossingen van X2-sX+p=0 met p=ac=b2 a en c bestaan enkel als s2-4p0 of als s24ac=4b2 of als s2b.
Nu is per aanname sb+1. Dus moet b+12b of b1. Dus moet b=0 of b=1. Voor b=0 moeten a of c 0 zijn, wat niet kan, voor b=1 moeten a=c=1, wat ook niet kan.
De veronderstelling is dus vals. En dus: a-b+c>1.
[1] stelt dus een ontbinding voor van a2+b2+c2 dat daarmee geen priemgetal kan zijn. QED.