geg: f(á)=-3, a=3 en c=2.b f(x)=ax2+bx+c gevr: ax2+bx+c=f(x) opl: Ik denk dat dit enkel op te lossen is met de discriminant te berekenen van de vergelijking 24b-b2-36=0 Klop dat of is er nog een ander mogelijkheid?
Van de
Student Hoger Onderwijs België - donderdag 29 november 2007
Antwoord
Als ik het goed begrijp dan geldt:
f(x)=ax2+bx+c en f(3)=-3, a=3 en c=2b.
Dus: f(x)=3x2+bx+2b met f(3)=-3. Invullen van x=3 en y=-3 geeft dan: 3·32+b·3+2·3=-3 27+3b+6=-3 3b=-30 b=-10 c=-20
...en klaar is Kees... als dit de bedoeling was dan... want die f(á)=-3 vind ik wel een beetje vreemd... Zo niet dan horen we 't wel weer.