hoi, twee vergelijkingen waarvan ik het antwoord wel weet, maar niet zelf aan het antwoord kom. 72-9P=18ÖP optimaal (p*=4) (Q*=36) 30/P=10P-5 optimaal (p*=2) (Q*=15) Hoe los ik deze vergelijkingen stapsgewijs op?
hartelijke groet, Jeroen
jeroen
Iets anders - woensdag 28 november 2007
Antwoord
72-9p=18Öp Noem Öp=t, dan: p=t2. Dus 72-9t2=18t 9t2+18t-72=0 9(t2+2t-8)=0 9(t+4)(t-2)=0 t=-4 of t=2. Öp=-4 wil niet lukken, Öp=2 betekent p=4.
30/p=10p-5 30=10p2-5p 10p2-5p-30=0 5(2p2-p-6)=0 2p2-p-6=0 Je kunt deze ook door ontbinden in factoren doen: (2p+3)(p-2)=0 , dus p=2 of p=-3/2 Als je dat niet ziet kun je ook de abc-formule gebruiken. D="b2-4ac"=1+48=49 p="(-b±ÖD)/(2a)=(1±7)/4, dus p=8/4=2 of p=-6/4=-3/2.