2. Steekproefverdeling Voor de volgende opgaven nemen we voor het gemak even aan dat 80% van de Nederlanders in 2007 minstens eenmaal op vakantie is geweest. We hebben een kleine steekproef van 15 Nederlanders (EAS). a. Geef de steekproefverdeling voor het verwachte aantal in de steekproef dat in 2007 niet op vakantie is geweest
N(15;0,2) Dit hebben wij als steekproefverdeling.
b. Hoe groot is de kans dat meer dan drie respondenten aangeven dat zij in 2007 niet op vakantie zijn geweest?
Ik dacht zelf dat we dan moesten doen:
1-P(0,1,2,3), dus: 1-(0,8^4) Klopt dit?
Heel ernstig, in de 6e klas kon ik dit allemaal zo verzinnen, maar zou het nu echt niet meer weten ..
Marloe
Student universiteit - dinsdag 27 november 2007
Antwoord
Beste Marloes, Het gaat hier om een binomiale verdeling: Je bent wel/niet op vakantie geweest. Inderdaad moet je berekenen: P=1-(P(0)+P(1)+P(2)+P(3)) Maar dat is niet 1-0,84 ! Zie: 2. Kansrekenen Kijk bij C (Aanpak kansproblemen) en dan bij binomiale verdeling. Ik hoor het wel als het dan nog niet weer bovenkomt!