Ja ik bedoel dus, 5x2-10x+m=0. Ik snap niet goed hoe je die m moet berekenen de vraag van die oefening luid als volgt: bepaal m zo dat de tweedegraadsvergelijking het gegeven aantal wortels heeft.
anneli
Overige TSO-BSO - dinsdag 20 november 2007
Antwoord
Annelies, Je schrijft: "het gegeven aantal wortels", dus het gegeven aantal oplossingen voor x. Ik zie dat gegeven nergens. Maar,op de link die ik je heb gegeven over o.a. de abc-formule staat:
Voor de vergelijking ax2+bx+c=0 geldt: D 0: er zijn 2 oplossingen (voor x). D = 0: er is precies 1 oplossing (voor x). D 0: er zijn geen (reële) oplossingen. Hierin is D de discriminant=b2-4ac.
Want, als D0, dan heeft die wortel in de abc-formule geen reele uitkomst. Als D=0, dan geldt:x=-b/(2a), dus maar een oplossing. Alleen als D0 zijn er twee oplossingen.
In jouw geval:D=100-20m. Nu moet het wel lukken denk ik!