Zoek de vergelijking van het vlak door een punt A(0,0,-4) en evenwijdig met het valk a: 3x+2y-4z=7 Ik begrijp dat vlak b dan van dezelfde vorm moet zijn als a in het eerste lid (of een veelvoud in de coëfficiënten) en als tweede met tweede lid = d (onbekend) Ik geraak niet verder .... Vriendelijke groeten,
Rik Le
Ouder - maandag 29 oktober 2007
Antwoord
Wat dacht je van de coordinaten van het punt A in die vergelijking te stoppen en op te lossen naar d?