bij 30 worpen met 2 geldstukken hoogstens 5 keer met beide geldstukken munt gooit.
bij 18 worpen met 2 dobbelstenen precies 5 keer minstens 7 ogen gooit.
maddie
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 8 oktober 2007
Antwoord
a) Als je met 2 munten gooit dan is de kans dat je twee 'munt' gooit gelijk aan 1/4. Het is een voorbeeld van een Bernoulli-experiment. Als je dat 30 keer doet heb je te maken met een binomiaal kansexperiment.
X:aantal keren 2 keer 'munt' n=30 p=1/4 Gevraagd: P(X5)
b) Met 2 dobbelstenen minstens 7 gooien kan je beschouwen als een een Bernoulli-experiment. De kans is 7/12. Als je dat 18 keer doet dan heb je te maken met een binomiaal kansexperiment met: