Re: Oplossen eerste orde lineaire inhomogene differentiaalvergelijking
Bedankt voor uw snelle oplossing. Ik begrijp echter 1 ding niet: Wat doet u precies bij dit gedeelte?: -------------- 6a + 5(at+b) = 3t, voor alle t 5at + (6a+5b) = 3t -------------
Alvast bedankt.
Jan
Jan
Student hbo - woensdag 26 september 2007
Antwoord
Ik herschik de termen in de eerste gelijkheid, zodat ik duidelijk kan aflezen wat de coefficient is van t en wat de constante term is. Daarna kan ik de veeltermen vergelijken: twee veeltermen zijn gelijk (hebben dus gelijke functiewaarden voor gelijke t) als de respectievelijke coefficienten van alle machten van t gelijk zijn (At+B = Ct+D voor alle t $\Leftrightarrow$ A=C en B=D)