Hoe bewijs ik de somregel van sinus mbv een rechthoek ABCD met daarin de parallellogram abcd en hoek Aad=x en hoek baB=y en hoek AdD=pi en hoek adc=x+y en ad=dc=1.
Herman
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 26 september 2007
Antwoord
Beste Herman,
Ik denk dat je hetvolgende bedoelt: zie tekening Omdat ad=dc is je parallellogram een ruit. Begrijp je waarom hoek adc=x+y?
Kern van het bewijs: Oppervlak van de ruit = sin(x+y). Dat oppervlak kan je ook berekenen door het oppervlak van de driehoekjes af te trekken van dat van de rechthoek en je krijgt: sinx×cosy+cosx×siny.
De zijden ab, bc, cd en ad zijn allemaal 1. Dan krijg je: aT=sin(x+y) Ad=sinx Aa=cosx dD=bB=siny aB=cosy.
Oppervlak ruit= aT×ab=sin(x+y) Oppervlak rechthoek= AD×AB=(sinx+siny)×(cosx+cosy) Oppervlak driehoekjes=2x(oppervlak DAad+DaBb)=sinx×cosx+siny×cosy Nu zelf de haakjes uitwerken en de driehoekjes van de rechthoek aftrekken en je hebt het bewijs!