Als er bij een experiment 3 mogelijke uitkomsten zijn, dan zijn er als dit experiment twee keer wordt uitgevoerd 3·3 mogelijke uitkomsten. Als dit experiment 3 keer wordt uitgevoerd 3·3·3 mogelijke uitkomsten. Volgens mij heeft dit ook iets met een boomdiagram te maken. Maar ik kan er nog niet bij met mn hoofd waarom het aantal mogelijke uitkomsten juist met elkaar moet worden vermenigvuldigd. Zou iemand dit zo eenvoudig en uitgebreid mogelijk willen proberen uit te leggen? Alvast heel erg bedankt.
Eduard
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 9 september 2007
Antwoord
Als experiment A a mogelijke uitkomsten heeft en experiment B b mogelijke uitkomsten, dan heeft het samengestelde experiment "AB" a.b mogelijke uitkomsten, aangezien je elke mogelijke uitkomst van experiment A kan/moet combineren met een een uitkomst van experiment B.
Voorbeeld: Experiment A: gooien van een muntstuk - kop/munt Experiment B: gooien van een dobbelsteen - 1,2,3,4,5,6 Het samengestelde experiment: gooien van een muntstuk en een dobbelsteen - kop/1, kop/2, kop/3, kop/4, kop/5, kop/6, munt/1, munt/2, munt/3, munt/4, munt/5, munt/6
Het meermaals uitvoeren van een experiment is hier dan gewoon een bijzonder geval van, waarbij A en B hetzelfde experiment voorstellen.