De straal en de hoogte worden in mijn geval bepaald door de 'overlappingshoek'. Dit houdt in dat je in feite een stuk uit de grondcirkel knipt zodat je er een kegel met verschillende inhouden van kunt vouwen.
Als ik het goed zie bestaat er in dit geval wel een verband tussen de straal en de hoogte. Immers hoe kleiner je de straal maakt door de overlappingshoek, hoe hoger je kegel zal zijn.
Tom
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 4 juni 2007
Antwoord
Even kijken of ik het snap... Je neemt een cirkel met straal R=10 cm (bijvoorbeeld). Je kiest een 'overlappingshoek'.... en daarmee ligt de straal r van de grondcirkel en de hoogte h van de kegel vast. De vraag is dan een formule te geven waarbij je de inhoud van deze kegel uitdrukt in bijvoorbeeld r of h of zelfs a (de overlappingshoek).