In een klas zitten 14 leerlingen. Bereken de kans dat minstens één van deze leerlingen op dezelfde dag jarig is als de leraar.
Ik denk dat je hier de kans moet berekenen dat een leerling in de doorsnede de verjaardagen van de leerlingen en de leraar zit of vergis ik mij? En zo nee zou je mij dan een tip kunnen geven hoe je dat moet doen?
Alvast bedankt!
Kevin
2de graad ASO - zondag 3 juni 2007
Antwoord
P(minstens één leerling.....) = 1 - P(geen enkele leerling is....) = 1 - P(alle leerlingen zijn op een andere dag dan de leraar jarig). Laat de leraar maar op 1 april jarig zijn (men neemt ze toch nauwelijks serieus!). De kans dat leerling 1 op een andere dag jarig is, is 364/365. En (afgezien van schrikkeljaren of tweelingbroertjes in de klas) geldt dit ook voor die 13 overige leerlingen.