Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Hoe los je het op

Goeiedag,ik zou graag eens willen weten hoe men de volgende vergelijking oplost.Ik weet dat de ene vergelijking gedeelt,vermenigvuldigt of opgetelt moet worden met de andere maar wanneer ga je nu optellen, aftrekken of delen. Kunt u het me een beetje uitgebreid uitleggen aub.

-5(cos30)-7(4/5)+a(sin70)+b(cos60)=0
5(sin30)-7(3/4)+a(cos70)-b(sin60)=0

avci
Overige TSO-BSO - zaterdag 2 juni 2007

Antwoord

Begin eerst maar eens om al die goniouitdrukkingen gewoon in de rekenmachine in te tikken en er dus 'normale' getallen van te maken. Dat levert op:
-4,33 - 5,6 + 0,94a + 0,5b = 0 resp. 2,5 - 5,25 + 0,34a - 0,87b = 0
Zet dit nu recht onder elkaar. De truc is nu om in beide regels óf gelijke hoeveelheden a óf gelijke hoeveelheden b te maken.
Vermenigvuldig je de eerste vergelijking (links en rechts) met 0,34 dan krijg je 0,3196a.
Vermenigvuldig je de andere vergelijking nou precies met 0,94 dan krijg je óók 0,3196a.
En als je dan beide regels van elkaar aftrekt, dan vallen die a's helemaal weg!
Je zou ze hebben moeten optellen als er in de ene regel 0,3196a en in de andere regel -0,3196a zou hebben gestaan.

Advies: kijk eens ergens het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen na.

MBL

MBL
zaterdag 2 juni 2007

©2001-2024 WisFaq