De opgave is 3Ù2t-1 = 7 (de exponent is dus 2t-1) Zelf kom ik nog wel tot 2t-1 = 3log7 Daarna liep ik vast en heb ik de uitewerkingen geraadpleegd. Daar werd ik echter ook niet veel wijzer van. Dit is de uitwerking; t = 1/2 + 1/2 · 3log7 = 1/2 + (log7) / (2·log3) 1,39 Misschien zie ik iets helemaal over het hoofd, maar ik snap echt niet waar dat + een half en ·een half ineens vandaan komt. Ik hoop dat u me kunt helpen, alvast bedankt!
Eva
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 26 mei 2007
Antwoord
Eva, Neem de log van beide leden:Dit geeft:(2t-1)log3=log7,dus 2t-1=log7/log3,zodat 2t=1+log7/log3.Nu nog door 2 delen om t te vinden.Moet toch lukken.