Beschouw de rij(u(n)) met u(n+2)= 4 . u(n+1)- u(n) en u(4)=194. Bovendien is gegeven dat u(i)element van N (zonder 0 en u(1) u(2) Nu is de vraag: bereken u(1),u(2),u(3)en u(5)
(n,n+2,n+1,1,2,3,4,5; zijn indexen) Ik weet nu nie echt wat ik moet aanvangen met het gegeven dat u(1)u(2). Kan iemand mij opweg helpen?
Dank bij voorbaat
Mvg, Thomas
Thomas
3de graad ASO - donderdag 26 april 2007
Antwoord
Dag Thomas,
Gebruik twee keer de recursievergelijking om u(4) te schrijven in termen van u(1) en u(2), je krijgt 194=15u(2)-4u(1).
En dan zijn er meerdere manieren om het op te lossen, bv. los die vergelijking op naar u(1) (dus u(1)=(15u(2)-194)/4) en kies dan u(2) waarden die aan de voorwaarden voldoen. Heel veel moet je er niet controleren: als je u(2) te klein neemt (nl. u(2)13) dan geeft dat een negatieve u(1), als je u(2) te groot neemt (nl. u(2)19) dan zal u(1) nog groter moeten zijn.