Hoe kan ik de 2 scherpe hoeken bepalen van een rechthoekige driehoek als de schuine zijde en de hoogtelijn bekend zijn?
stefan
Iets anders - maandag 16 april 2007
Antwoord
In bovenstaande tekening geldt: tan(ÐB)=h/c2 tan(ÐA)=h/c1 Dus 1/tan(ÐA)+1/tan(ÐB)=c1/h+c2/h=c/h (als c de schuine zijde is) Nu geldt bovendien 1/tan(ÐA)=tan(ÐB). Dus we krijgen tan(ÐB)+1/tan(ÐB)=c/h Dus tan2(ÐB)-tan(ÐB)·c/h+1=0 Oplossen naar tan(ÐB) levert: tan(ÐB)=0.5·(c/h±Ö(c2/h2-4)) Hiermee kunnen ÐB en ook ÐA worden bepaald.