Neem aan dat een mottenbal in volume afneemt (door verdamping) evenredig aan het instantane oppervlak. Als de diameter van de bal afneemt van 2cm naar 1cm in 3 maanden hoe lang duurt het dan nog voordat de mottenbal volledig verdwenen is.
Tot zover heb ik het volgende gedaan:
het oppervlak op een bepaald tijdstip (instantane oppervlak) word gegeven door:
A=4*pi*r(t)^2
De volume afname is proportioneel hieraan. Dus
dV/dt=-4*pi*r(t)^2
Hier zit ik vast: splitsing van de variablelen lijkt niet te werken. Ik hoop dat jullie me kunnen helpen.
Jarko
Jarko
Student universiteit - vrijdag 13 april 2007
Antwoord
Er lijkt mij hier geen sprake van scheiding van variabelen. Er is namelijk maar één variabele(r=r(t) en V = 4/3pr3). Als je die laatste formule gebruikt krijg je een differentiaalvergelijking voor V die je volgens mij wel op kunt lossen. Nog direkte (maar een beetje tricky) is om direct een vgl voor r op te stellen. Probeer ze allebei eens en constateer dat ze hetzelfde (opmerkelijke) resultaat leveren.