ik heb een aantal opgaven betreft cikels waar ik niet uit kom. ik weet dat bij cirkels geld x2+y2=r2 maar dan nog kom ik er niet uit.
de volgende vergelijking is gegeven; 4x2 + 4y2-16x+20y-283=0 de straal wordt gevraagd. ik weet dat het antwoord 9 moet zijn maar ik kom er niet aan.
kan iemand mij misschien helpen.
een soortgelijke vraag; x2+y2-10x-6y+9=0 hierbij moet de straal 5 zijn.
Groetjes Renske
Renske
Student universiteit - dinsdag 10 april 2007
Antwoord
Je kan volgende stappen volgen: (ik neem het eerste voorbeeld)
- Eerst zorg je ervoor dat x2 en y2 allebei coëfficiënt 1 hebben, dus in dit geval deel je door 4 en je krijgt x2+y2-4x+5y=283/4 - Dan ga je de termen in x en in y (hier dus -4x en 5y) proberen binnen de kwadraten te brengen. Deze termen zullen als dubbelproduct te voorschijn komen: (x-2)2=x2-4x+4, en (y+5/2)2=y2+5y+25/4. - Nu voeg je die nieuwe kwadraten in, en je compenseert natuurlijk de constante termen die je erbij hebt gegooid: (x-2)2-4 + (y+5/2)2-25/4=283/4 - Dan nog even de constante termen naar het rechterlid brengen: (x-2)2 + (y+5/2)2 = 283/4 + 4 + 25/4 = 81 - En dan krijg je altijd iets van de vorm (x-x0)2+(y-y0)2=r2 en kan je zo de coördinaten van het middelpunt aflezen (x0,y0) en ook de straal, r, hier dus Ö81=9.
Hetzelfde principe kan je ook op je tweede opgave toepassen, daar moet je de eerste stap (het delen) zelfs al niet meer uitvoeren want de coefficienten zijn al 1.