Voor de geconjugeerde gradientenmethode worden meestal symmetrische en positieve matrices gebruikt.
Als je gewoon een symmetrische matrix gebruikt die niet positief is, dan vertoont de residu-plot enkele piekjes die er voordien niet waren.
Weet iemand hoe dat komt ?
Bedankt!
R.
Student universiteit België - vrijdag 6 april 2007
Antwoord
Zo te zien gebruik je de geconjugeerde gradient om een matrixvergelijking op te lossen. Ik gebruik het om het minimum van een functie te vinden. Als ik dan een matrix heb die niet positief is is het betreffende punt een zadel, en dat is dan niet wat ik zoek.
Maar goed. De symmetrie is nodig om een geconjugeerde basis te krijgen. De positieviteit niet. Ik heb in drie dimensies een aantal matrices getest en vindt dan keurig de oplossing. Maar, waarschijnlijk gaat het in jouw geval om een hoge dimensie (aangezien de residuen ook niet nul zijn)?
Dan kon je wel eens vergelijkbare problemen krijgen als bij het zoeken naar een zadelpunt.