Tweedegraadsvergelijking als algemene term voor een MR
Hallo ik heb hier een vraagje waar ik niet wijs uit geraak.
Gegeven: De formule voor de algemene term van een MR:
tn=5n2+6n-3
Te bewijzen: Toon aan dat de rij die ontstaat door telkens het verschil te nemen van twee opeenvolgende termen van de gegeven rij, een rekenkundige rij is met verschil 10.
Oplossing: Je moet dus bewijzen dat (tn+1-tn)-(tn+2-tn+1)= 10 (? denk ik ?)