Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 49705 

Re: Verband rangschikking met herhaling en herhalingscombinatie

Twee dezelfde letters: 26·25·1

Ik twijfel niet aan de juistheid van het antwoord, maar hoe kan gebruik van het getal 1 onderbouwen?
Waarom maal één, en niet twee?
Als ik bijvoorbeeld a·b·x dan kan ik toch zowel de waarde van a als van b aannemen, dus eigenlijk 2 mogelijkheden?

Bedankt!

Roy Sc
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 18 maart 2007

Antwoord

't Is een beetje cryptisch opgeschreven, Die 26·1·25 slaat op het pakken van bijvoorbeeld AAH. Je pakt de eerste letter... dat kan op 26 manieren, dan pak je nog een keer dezelfde letter, dat kan op 1 manier en pak je nog een keer een andere letter en dat kan op 25 manieren. AAH zelf kan echter zelf op 3 verschillende manieren: AAH, AHA en HAA. Dus in totaal 3·26·1·25=1950. Zoiets...

WvR
zondag 18 maart 2007

©2001-2024 WisFaq