Tijdens het werken met breuken met letters kom ik dingen tegen die ik eigenlijk niet verwacht, waarschijnlijk omdat ik dus gewoon een denkfout maak, ik hoop dat u mij wat meer duidelijkheid kunt verschaffen.
Stel ik heb deze opdracht: 1 1
------- - -------
a - 1 a + 1
Deze werk ik om naar: a + 1 a - 1
-------------- - --------------
(a - 1)(a + 1) (a - 1)(a + 1)
Antwoord: 2
-----
a2 -1
Maar hoe komt men nu aan die 2, want: a + 1 - a - 1, lijkt me geen 2 op te leveren.
Hetzelfde geldt voor de som: 1 1 6
----- - ----- = -----
a - 3 a + 3 a2- 9
Terwijl ik met
a + 3 - a - 3 toch niet op 6 uitkom...
Wat doe ik hier fout?
Sebas
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 8 maart 2007