\require{AMSmath} De afgeleide Ik heb hier een formule: A·((B-tijd)C)A= 25,4347 B=18 en C=1,81Hoe bereken ik van deze formule nu een afgeleide? mats b Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 24 februari 2007 Antwoord Als je dit lastig vind neem dan eerst een eenvoudiger maar vergelijkbaar voorbeeld (er van uitgaand dat je functie een functie van de 'tijd' is).Voorbeeldf(x)=2(3-x)4f'(x)=2·4·(3-x)3·-1=-8(3-x)3=8(x-3)3Als je dat (en alle stappen) snapt, snap je die andere ook! WvR zaterdag 24 februari 2007 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
Ik heb hier een formule: A·((B-tijd)C)A= 25,4347 B=18 en C=1,81Hoe bereken ik van deze formule nu een afgeleide? mats b Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 24 februari 2007
mats b Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 24 februari 2007
Als je dit lastig vind neem dan eerst een eenvoudiger maar vergelijkbaar voorbeeld (er van uitgaand dat je functie een functie van de 'tijd' is).Voorbeeldf(x)=2(3-x)4f'(x)=2·4·(3-x)3·-1=-8(3-x)3=8(x-3)3Als je dat (en alle stappen) snapt, snap je die andere ook! WvR zaterdag 24 februari 2007
WvR zaterdag 24 februari 2007
©2001-2024 WisFaq