\require{AMSmath} Dit is een reactie op vraag 48749 Re: Vergelijking van de asymptoten tis koen , ma zag dat brecht nog aangemeld stond ;) ben zijn broer dus voor mijn SA zou dat dan lim 3bgtan x? is dat dan -3 koen 3de graad ASO - zondag 21 januari 2007 Antwoord Beste Koen, Ik weet niet hoe je aan -3 komt, maar herschrijf: f(x)/x = (x+3.bgtan(x))/x = x/x + 3.bgtan(x)/x = 1 + 3.bgtan(x) Voor x naar ±¥ gaat die laatste term naar 0, 1 blijft over. De limiet is dus 1 en de asymptoot van de vorm y = x + b. Om b te bepalen moet je nu de volgende limiet uitrekenen: limx®+¥ (f(x)-x) = limx®+¥ 3.bgtan(x) Hetzelfde voor x®-¥ mvg, Tom td zondag 21 januari 2007 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
tis koen , ma zag dat brecht nog aangemeld stond ;) ben zijn broer dus voor mijn SA zou dat dan lim 3bgtan x? is dat dan -3 koen 3de graad ASO - zondag 21 januari 2007
koen 3de graad ASO - zondag 21 januari 2007
Beste Koen, Ik weet niet hoe je aan -3 komt, maar herschrijf: f(x)/x = (x+3.bgtan(x))/x = x/x + 3.bgtan(x)/x = 1 + 3.bgtan(x) Voor x naar ±¥ gaat die laatste term naar 0, 1 blijft over. De limiet is dus 1 en de asymptoot van de vorm y = x + b. Om b te bepalen moet je nu de volgende limiet uitrekenen: limx®+¥ (f(x)-x) = limx®+¥ 3.bgtan(x) Hetzelfde voor x®-¥ mvg, Tom td zondag 21 januari 2007
td zondag 21 januari 2007
©2001-2024 WisFaq