En hiervan moet ik dan de limiet van x=oneindig berekenen. het gegeven antwoord is 64.. maar hoe zie ik dat?
Ronald
Student universiteit - maandag 15 januari 2007
Antwoord
Dit soort opgaven heb je al eens eerder gevraagd. De oplossing begint met te zorgen dat er alleen maar een x of in dit geval -x in de exponent overblijft. Dus 2(-4x+6)= 26·2-4x= 64·16-x en zo doe je de andere termen ook en kijk je wat je overhoudt. Daarna alle temen door 16-x delen en kijken wat er gebeurt als x naar oneindig gaat. Eerst zelf proberen. Als je dan vastloopt mag je dat best laten zien.