Ik heb dit opgelost, willen jullie dit eens controleren. Ik heb wel de gegevens omgezet naar cm, omdat dit ook in de opgave werd gevraagd.
Ik bepaal eerst de omtrek van de boog AB: 240°/360° X (2 X 3,14 X 9) = 37,699 cm Hieruit kan ik dan de diameter van de grondcirkel halen: 3,14 X D = 37,699 == D = 12 cm Nu kan je de oppervlakte bepalen: 3,14 X (122)/ 4 = 113 cm2 Volgens mij zou dit moeten kloppen, willen jullie dit eens controleren alvast bedankt!
kris
3de graad ASO - donderdag 11 januari 2007
Antwoord
Weet je wat eigenlijk handiger is? Om p te laten staan!
Klopt als een bus dus!
Ik vraag me alleen af of het antwoord 'de diameter is 12 cm' al niet het antwoord op de vraag is.