Twee rechten x en y snijden elkaar in een punt O en vormen een hoek a. Je kiest een willekeurig punt A, niet op de rechten gelegen en projecteert dit punt op x (punt B) en op y (punt C). Bewijs dat BC = OA sin a bedankt!
Linda
Docent - zondag 7 januari 2007
Antwoord
Kijk eens naar de volgende figuur.
Daarin is OCAB een koordenvierhoek. Nu is, volgens de sinusregel in driehoek OCB: BC/sin(a) = OC/sin(OBC) of BC = OC/sin(OBC) · sin(a) We moeten nu dus bewijzen dat OC/sin(OBC) = OA En dat kan door gebruik te maken van de eigenschappen van de koordenvierhoek. Daarin is ÐOBC = ÐOAC. Zodat in de rechthoekige driehoek OAC: OC/OA = sin(OAC) = sin(OBC). En dan is inderdaad OC/sin(OBC) = OA. En het gestelde is dus juist!
En ook, zelfs zonder de sinusregel (Met dank aan FvL). Is M (op OA) het middelpunt van de cirkel, dan is OA = 2r. En ook: hoek BMC = 2a. Zodat (in driehoek BMC): BC = 2r sin a = OA sin a.