ik weet dat een functie algemeen als volgende fourierreeks weergegeven kan worden:
f(t)= B0+ć(An·sin(nwt)+Bn·cos(nwt)) ( met n=1 onder en oneindig boven aan)
en dat de coëfficienten als volgt kunnen geschreven worden:
B0= 2/T · integraal ( 0 onder en T boven) f(t) dt
Bn = 2/T · integraal ( 0 onder en T boven) f(t)· cos(nwt)dt
en An= 2/T · integraal ( 0 onder en T boven) f(t)· sin(nwt)dt
zelf heb ook al eens een grafiekje getekent maar daar geraak ik niet verder mee.
ik weet ook al dat int(f(t)·sin(nwt), t=-T/2..T/2)=0 en int(f(t)·cos(nwt), t=-T/2..T/2) = 2·int(f(t)·cos(nwt), t=0..T/2)
Bart
Overige TSO-BSO - woensdag 3 januari 2007
Antwoord
Ik snap niet goed wat je niet snapt: je hoeft alleen nog maar de integralen uit te rekenen en omdat f constant de waarde U aanneemt op [0,T/2] is dat niet zo moeilijk, toch?