Ik kom er niet uit, je moet de somformules gebruiken (bv sinp+sinq=2·sin(1/2(p+q))·cos(1/2(p-q)) en achter de amplitudes, periodes, evenwichtsstanden, horizontale verschuivingen en nulpunten komen. 1. 2·cos(x)-cos(2x) (gebruik je de 2 van de 2·cos(x)?) 2. sin(x)+cos(x) 3. cos(2x)+2·sin(x)-1 4. sin(x)+2·cos(x) 5. 2·sin2(x)-cos(2x)
Ik snap er echt niks van en hoop snel iets van u te horen..
groetjes,
Eline
Eline
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 2 december 2006
Antwoord
Misschien moet je nog even naar de opgaven kijken. De termen amplitude, horizontale verschuiving en evenwichtsstand lijken ons alleen van toepassing op functies die herleid kunnen worden tot de vorm a·sin(b(x-c)+d of a·cos(b(x-c)+d. Dat is bij 1 en 3 niet het geval.