Ik meen me te herinneren dat er een bewijs bestaat, waarbij je, in het eerste kwadrant, eerst de lengte van het lijnstuk tussen (1,0) en (0,1) berekent (Öcos2a+sin2a) en de uitkomst vermenigvuldigt met 4, waarmee je een eerste benadering van de omtrek van de eenheidscirkel hebt. Dan het lijnstuk tussen (1,0) en (1/4p,1/4p) x 8, enzovoort, waarvan je dan een limiet berekent voor 2~n. Hoe ziet dat bewijs er precies uit?
Robert
Iets anders - zondag 29 oktober 2006
Antwoord
Misschien bedoel je zoiets als op Oppervlakte regelmatige n-hoek. Maar voor een 'bewijs' voor p is dat natuurlijk een beetje vreemd..., want sinus en cosinus hebben natuurlijk alles met p te maken... Maar de methode van het benaderen van p door middel van regelmatige veelhoeken is natuurlijk wel heel erg oud!