Ik weet dat je met behulp van een oppervlakte integraal bijvoorbeeld het oppervlak van een bol kan uitrekenen, maar ik vraag me af waarom niet dezelfde strategie toegepast kan worden zoals bij de inhoud van wentellichamen
Namelijk, stel we hebben bijvoorbeeld de cirkelvergelijking x2+y2=r2, de bovenste helft is dan f(x) =Ö(r2-x2)
Neem nu de oppervlakte van een cylinder met oppervlakte Dx · f(x) · 2p, dan de riemann - å over alle deelcylinders.
Wat klopt er niet in die redenering?
Jonas
Student universiteit - donderdag 26 oktober 2006