Voor school moet ik dit vraagstukje doen en ik kom er niet uit. Ik weet niet hoe ik dit moet benaderen. wie weet wel hoe deze vraag moet en kan hem beantwoorden?
Meneer Jansen gooit met twee dobbelstenen. Mevrouw Jansen gooit met drie dobbelstenen. Hoe groot is de kans dat mevrouw jansen meer ogen gooit dan meneer jansen?
carlij
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 2 oktober 2006
Antwoord
Als ik de opdracht lees gaat het dus om simuleren! Dat betekent naspelen! Dat zou je met je GR kunnen doen... maar ook gewoon zelf.. gooi met 2 en 3 dobbelstenen en tellen... doe dat 40 keer... en je hebt een 'soort' van benadering wat de kans is. Maar met je GR kan het ook...