Deelvraag 3 van de oefening is: Indien het stelsel meer dan 1 oplossing heeft, bepaal het stelsel en de rechte. Geef ook een riochtvector van deze rechte.
x+y+z=4 x-y-z=2 2x+y+2z=7
Hoe bepaal je hiervan de rechte ?
stef
Student universiteit België - vrijdag 25 augustus 2006
Antwoord
Beste Stef,
Volgens mij moet het in de tweede vergelijking +z zijn. Maar je hoeft niet al het werk opnieuw te doen. Je had de uitgebreide matrix al gedeeltelijk vereenvoudigd, met in de laatste regel: 0 0 -2A-4 2B-14. Neem hierin a = -2 en B = 7 en de hele regel bestaat uit nullen. Zo hou je enkel de eerste twee regels (en dus vergelijkingen) over.
Je zal vinden dat y gelijk moet zijn aan 1 en zo heb je nog één vergelijking over in x en z, waarvan je dan één vrij kan kiezen en de andere oplost in functie hiervan.