Je moet voor een examenjury verschijnen van 5 personen. Het eerste deel van je cursus ken je perfect, het tweede deel heb je zelf niet ingekeken. Beide delen zijn totaal onafhankelijk van elkaar.
Er zullen 3 vragen gesteld worden, elk door 3 onafhankelijke personen lukraak gekozen. Twee van de juryleden hebben een vraag klaargemaakt over het tweede deel, de andere drie over het eerste deel.
Om te slagen moet je minstens 2 vragen juist beantwoorden. Hoe groot is de kans op slagen?
Bram
Student Hoger Onderwijs België - donderdag 1 juni 2006
Antwoord
De kans op een vraag waarop je het antwoord kent is 3/5 (want 3 van de juryleden stellen een vraag over het deel dat je perfect kent), de kans op een vraag waarop je het antwoord niet weet is 2/5. Om te slagen moet je twee OF drie goede antwoorden geven. De kans op drie goede antwoorden is: [(3/5)·(2/4)·(1/3)]·1 = 10% De kans op twee goede antwoorden is: [(3/5)·(2/4)·(2/3)]·3 = 60% De totale kans op slagen is de soms van deze twee, dus 70% (60+10).
Hoe komt ik aan de vetgedrukte 1? Dit is een combinatie van 3 uit 3, of (3 boven 3) als je dat zo geleerd hebt.
Hoe komt ik aan de vetgedrukte 3? Dit is een combinatie van 2 uit 3, of (3 boven 2).