Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 45470 

Re: Vraagstuk: bereken jaar waarin minste inwoners

Ik zie echt niet hoe dat moet.
Bedoelt u dat u(n)+1/ 0.95U(n) = -1000
En dat -1000 de constante is.
De randvoorwaarde is dat : 20000?
Maar zou iets meer kunnen zeggen over de oplosmethode aub, want ik begrijp de vergelijking niet.

splash
3de graad ASO - maandag 22 mei 2006

Antwoord

Als je nog nooit een differentievergelijking hebt opgelost, kan ik me voorstellen dat mijn antwoord onbegrijpelijk is.
Ik zal proberen om het kort uit te leggen.
Je neemt eerst de zogenaamde homogene vergelijking:
Un+1 - 0.95·Un = 0
Voor de oplossing hiervan kies je de vorm Un = C·rn
Hierbij is C een constante die je pas aan het einde uitrekent, en r is de waarde die je uitrekent door Un en Un+1 in te vullen in de homogene vergelijking.
Je vindt dan: r = 0.95.
Dus: voor de homogene vergelijking is de oplossing
Un = C·0.95n
Dan kijk je naar de vorm die in het rechterlid overblijft bij de oorspronkelijke vergelijking:
Un+1 - 0.95·Un = -1000
Er staat een constante. Dat betekent dat je als particuliere oplossing ook een constante kunt verwachten. Noem deze constante A.
Vul A in voor zowel Un+1 als voor Un.
Je vindt dan:
A - 0.95·A = -1000
Dus A = -20000
De algemene oplossing voor Un is dan:
Un = C·0.95n - 20000
In deze vorm kun je voor n de waarde 1 invullen. Un moet dan de waarde 80000 krijgen. Daarmee kun je C uitrekenen.
Ik hoop dat het zo wat duidelijker is.

Anneke
maandag 22 mei 2006

©2001-2024 WisFaq