een functie F(s)=T(s)/N(s) is te splitsen in functies A1/s-p1 etc. etc.
Vervolgens wordt er afgeleidt dat A=T(p1)/N'(p1), wat ook nog te volgen is.
Alleen voor een functie als F(s)=4s2+12s+4/s(s+2)2=A1/s+B1/(s+2)2+C1/(s+2) loop is bij het uitreken van C vast.
Frank
Student hbo - zaterdag 29 april 2006
Antwoord
Hallo
Je vindt dus dat A1=1 en B1=2 Zet nu de drie breuken terug op gelijke noemer s(s+2)2 De teller is dan (1+C1)s2 + (2C1+6)s + 4 Deze moet gelijk zijn aan de oorspronkelijke teller 4s2+12s+4. Dus 1+C1=4 waaruit C1=3 Merk op dat ook de coëfficiënten van s gelijk zijn.