De kans op minstens 3 rode eieren in een doosje van 6
De vraag:
Een handelaar in eieren verft voor de pasen zijn eieren in drie kleuren: rood, geel en blauw. Elk van de kleuren komt evenveel voor. Een machine verplakt de eieren in doosjes van 6 eieren. De kleuren worden daarbij willekeurig gekozen.
Bereken de kans dat een doosje minstens drie rode eieren bevat.
Mijn antwoord was:
Minstens 3 betekent n=3. De kans op een rood ei is 1/3. Dan invullen in de formule voor binomiale verdeling: P = (6$\mathbf{C}$3)· (1/3)3·(2/3)3 P $\approx$ 0.2195
Volgens het antwoord is dit fout van moet je n=2 nemen. Als ik dat invul krijg ik als antwoord P $\approx$ 0.3292 maar het antwoord van hun is $\approx$0.3196). Is snap ten eerste dus het verschil in de antwoorden bij n=2 niet en ten tweede niet waarom n=2. Want minstens 3 is toch minimaal 3 en kan toch nooit 2 zijn?
Ik hoop dat iemand mij kan helpen
Mirjam
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 19 april 2006