Ik kreeg de volgende som van mijn tentamen maar sloeg meteen dicht: Bepaal het domein van: f(x)= 2log(-x+3) en de volgende f(x)=10log(x2-4x+3) Hoe pak je dit aan?
David
Student hbo - zondag 12 maart 2006
Antwoord
Voor glog(a) moet gelden a0. Pas dit toe op het argument van de logararitmische functie en dan zit je altijd goed:
Bij f(x)=2log(-x+3) volgt dan: -x+30 -x-3 x3 Dus Df=¬,3
Bij f(x)=10log(x2-4x+3) volgt dan: x2-4x+30 (x-3)(x-1)0 x1 of x3 Dus Df=¬,1È3,®