Uitgaande van de cosinusregel is de stelling van Pythagoras bewezen voor de rechthoekige driehoek, echter deze cosinusregel zal pas in de 2e of 3e klas uitgelegd. De stelling van Pythagoras wordt al in de 1e klas uitgelegd. Hoe kan deze stelling voor de rechthoekige driehoek bewezen worden, onder de voorwaarde dat de cosinusregel NIET gebruikt wordt?
Raymon
Student hbo - woensdag 18 september 2002
Antwoord
Hoi,
Deze schets moet je op weg helpen... Nodige begrippen: gelijke (congruente) driehoeken, oppervlakte driehoek.