\require{AMSmath} Logaritmische vergelijking oplossen in R Ik moet de volgende logaritmische vergelijking oplossen in R en ook bestaanvoorwaarden opstellen.3log(x-3) = 1/(2·2log3) + 81log(3x-13)2Volgens de eigenschap alogb= 1/blogazou ik 1/(2·2log3) vervangen door 3log2...Maar verder kom ik niet! Wat moet ik doen? splash 3de graad ASO - maandag 6 februari 2006 Antwoord HalloOm deze vergelijking op te lossen moet je alle logaritmen naar hetzelfde grondtal brengen, hier uiteraard naar het grondtal 3.Zo is 1/2log3 = 3log2In je uitwerking hierboven blijft de "2" wel in de noemer staan.Vermits 81 = 34 kun je ook deze vorm gemakkelijk naar het grondtal 3 brengen (eigenschap : alogx = blogx/bloga).Je bekomt dan 3logA = 3logB, waaruit A = BLet er wel op dat je de oplossing(en) verwijdert, waarvoor een vorm achter "log" negatief wordt (bestaansvoorwaarden).(Je vindt : x=5 en x=7) LL maandag 6 februari 2006 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
Ik moet de volgende logaritmische vergelijking oplossen in R en ook bestaanvoorwaarden opstellen.3log(x-3) = 1/(2·2log3) + 81log(3x-13)2Volgens de eigenschap alogb= 1/blogazou ik 1/(2·2log3) vervangen door 3log2...Maar verder kom ik niet! Wat moet ik doen? splash 3de graad ASO - maandag 6 februari 2006
splash 3de graad ASO - maandag 6 februari 2006
HalloOm deze vergelijking op te lossen moet je alle logaritmen naar hetzelfde grondtal brengen, hier uiteraard naar het grondtal 3.Zo is 1/2log3 = 3log2In je uitwerking hierboven blijft de "2" wel in de noemer staan.Vermits 81 = 34 kun je ook deze vorm gemakkelijk naar het grondtal 3 brengen (eigenschap : alogx = blogx/bloga).Je bekomt dan 3logA = 3logB, waaruit A = BLet er wel op dat je de oplossing(en) verwijdert, waarvoor een vorm achter "log" negatief wordt (bestaansvoorwaarden).(Je vindt : x=5 en x=7) LL maandag 6 februari 2006
LL maandag 6 februari 2006
©2001-2024 WisFaq